Dagelijkse meditaties maart
Dinsdag 31 maart- Exodus 12, 1 – 13
Vandaag voorlopig de laatste meditatie van mijn hand. Vanuit het aanvankelijke perspectief dat Nederland tot maandag 6 april praktisch ‘op slot’ zou gaan, nam ik mij voor u te schrijven tot die datum. Dagelijks waarover? Het was een onbekend land. Toen dacht ik aan Psalm 119, 105: ‘Uw woord is een lamp voor mijn voet en licht op mijn pad.’ Het Bijbelleesrooster! Maar het ziet er echter naar uit dat dit (veel?) langer gaat duren. Juist vandaag wordt duidelijk: ‘hoe verder na 6 april?’ Door die meditaties ben ik een commitment met u aangegaan. Er zijn verwachtingen gewekt, maar hou ik het vol?
De Open Kring is rijkelijk gezegend met meerdere theologen en mensen met bijzondere expertises. Meerderen zijn bereid gevonden om het stokje van een ‘dagelijks woord’ over te nemen. Daar ben ik blij mee en dankbaar voor. Morgen – 1 april – de eerste van de hand van Siebren van der Zee. Bijbelleesrooster als uitgangspunt? Het is een mogelijkheid, maar ieder naar zijn of haar expertise, want het gaat om een bemoedigend woord in tijden van onzekerheid en angst.
Hij en anderen nemen het van me over, ruimte ter voorbereiding op wat komen gaat. Te beginnen met de Stille week. Een altijd bijzondere week, inspirerend en uitlopend op dat prachtige en hoopvolle Paasfeest. Het vrolijke ‘de Heer is opgestaan!’ met de gemeentebreed klinkende instemming: ‘Hij is waarlijk opgestaan!’ Oh, wat zal dat dit jaar anders zijn dan anders! Hoe kijken we daar later op terug, lijdenstijd en Pasen 2020?
Voorbereiden, het is wat Gods volk vandaag doet in Egypte. Voorbereiden op een plaag, die aan hun huizen voorbij zal gaan. Alhoewel: in Mozes’ babytijd overkwam hen iets vergelijkbaars. Het onvoorstelbare leed dat aanstaande is, is een gevolg van het gebod van de vergeldende gerechtigheid: wat jij de ander aandoet, zal ook jou worden aangedaan (Genesis 9, 6). Opvallend is het natuurgeweld in al die plagen. Het Egyptische godenstelsel, gerelateerd aan de natuur, werd gebruikt om mensen te knechten, te manipuleren en te onderdrukken. Maar als de machten van de natuur voor slechte doeleinden worden gebruikt, zullen ze zich tegen de mensheid keren, schrijft emeritus opperrabijn Jonathan Sacks van Groot-Brittanië op bladzijde 83 van zijn boek Exodus, boek van de bevrijding (2019).
En ik dacht aan die ene vleermuizenvleugelslag, die de wereld op zijn kop zette, maar achter de geluiden van de paniek, zijn de vogels aan het zingen, klaart de hemel op, bloeit de lente. Altijd omringd door Liefde. Open de ramen van je ziel en: Zing! (Richard Hendrick, OFM).
Tot ziens! Cor Baljeu
Maandag 30 maart- Exodus 10, 21 – 11, 10
Vandaag staat Psalm 130 op het rooster, gisteren de tekst die ik vandaag met u bespreek. De beginwoorden van Psalm 130 zijn ‘uit de diepte roep ik tot u, Heer’, een pelgrimslied. Uit die woorden blijkt dat de pelgrim in een geestelijke staat van duisternis verkeert. Wij voelen met hem mee. In de duisternis ga je tastend door het leven, onzeker over de volgende stap.
Duisternis, de plaag die gisteren op het rooster stond. Op zich niets bijzonders, in maart had en heeft Egypte meestal last van de chamsien, een zandstorm vanuit het zuiden die zand en stof aanvoert, waardoor het daglicht kan verdwijnen.
Mensen zien de tien plagen, net als de tocht door de Rietzee, als een bovennatuurlijk wonder van Gods hand. Vaak zijn het natuurverschijnselen, die – qua timing – wel wonderlijk goed uitpakken voor Zijn volk. Het gaat dus niet om het miraculeuze, maar om het teken, het signaal dat afgegeven wordt.
De zittende farao was waarschijnlijk Ramses II, meses betekent zoon van… Ramses was dus zoon van Ra, de zonnegod. Hij was een absoluut heerser, die volken tot slaaf maakte en het vermoorden van kinderen tolereerde en een enkele keer zelfs verplichtte. Mozes ontsnapte er ternauwernood aan (2, 5 – 10). De zon verbleekte drie dagen, er is een macht groter dan de zon.
JHWH verwerpt de beschaving waarin één man absoluut heerser is en waarin een godenstelsel gebruikt wordt om het volk in toom te houden en te manipuleren. Diametraal staande tegenover de ethiek van de Bijbel, die is vol rechtvaardigheid, mededogen en waardigheid. Zo zorgt God voor zijn kinderen. ‘Israël is mijn zoon, mijn eerstgeboren zoon!’ (4, 22).
Drie dagen duisternis was een teken dat er morele duisternis bestaat. Hoe er omgegaan wordt met kinderen is de beste test voor een beschaving. In een tijd van gebroken gezinnen, kansarme kinderen en zelfs kindsoldaten is dat een les die we nog altijd moeten leren.
Een gemeentelid berichtte mij: ‘kinderen zijn niet de kerk van morgen, maar van nu, zij leven vandaag. Als er geen kinderen meer zijn, zal de frisheid van de gemeente verdwijnen’.
Tot morgen! Cor Baljeu
Zaterdag 28 maart- Exodus 10, 1 – 20
Uiteraard doet het coronavirus al het andere nieuws vervagen, maar een maand geleden was de sprinkhanenplaag in Oost-Afrika nadrukkelijk in de media. Het bedreigt de voedselvoorziening van miljoenen mensen. De zwermen zijn afkomstig uit Somalië en Ethiopië. Deze landen liggen ten zuidoosten van Egypte.
In vers 13 lezen we dat er een oostenwind over Egypte waaide. De volgende ochtend bleek de wind sprinkhanen te hebben aangevoerd. Zij verwoestten inderdaad, wat ik gisteren al vreesde, het overgebleven tarwe en spelt (9, 31 – 32), vraten de weer uitgelopen bomen kaal (5) en het bewaarde voedsel in de huizen op (6).
Een sprinkhanenplaag werd gevreesd in het oude Egypte. Zoals Gods en Jezus’ naam in ons land en onze tijd gebruikt worden in vloeken, zo was de sprinkhanenplaag onderdeel van Egyptische vloekformules. Ook droegen veel Egyptenaren amuletten in de vorm van sprinkhanen en vereerden zij een sprinkhanengod om een dergelijke ramp af te weren.
Afgelopen dinsdag noemde ik u Heket, godin met de kikkerkop. Samen met deze god (mogelijk Asj, god van de woestijn en oases ten westen van Egypte) zijn zij onderdeel van een stelsel met tientallen goden. Ra, god van de zon, staat bovenaan.
Farao staat dus in een traditie van een eeuwenlange cultus van eigen goden. Buigen voor JHWH is dus nauwelijks voor te stellen, dat is niets minder dan een vernedering. Een zekere erkenning (8) oké, maar buigen…?
Het Egyptische godenstelsel is echter een stelsel dat misbruikt werd om het volk te knechten en een legitimatie voor slavernij. Daar kunnen wij meewarig over doen, maar in het recente verleden (?) werden ook kerkelijke regels en dogma’s gebruikt om anderen te knechten. God werd vaak van stal gehaald, zodra ouders over hun kinderen geen gezag meer hadden met pastorale schade tot gevolg. Maar dat is niet wat wij onze kinderen en kleinkinderen willen vertellen (2)! Wij vertellen hen over het wonder van de vrijheid. Bevrijd worden van slavernij is een woestijntocht en gaat door duistere periodes, maar dat is iets voor volgende week.
Tot maandag! Cor Baljeu
Vrijdag 27 maart- Exodus 9, 13 – 35
Natuurrampen geven indrukwekkende camerabeelden. Modderstromen die golvend hun wegen vinden door de straten, onderweg auto’s meesleurend, waarvan slechts de daken en ramen boven het oppervlak uitsteken. Persoonlijk ben ik het meest onder de indruk van de Tsunami in Japen, deze maand precies negen jaar geleden. Wat een natuurgeweld! Maar vooral: wat een leed! Ook hagelbuien met korrels als golfballen geven sensationele beelden.
De aanloop van deze plaag neemt veel ruimte in het verhaal. Het is de eerste keer dat de inhoud wordt aangekondigd (18) en de farao en zijn hofhouding krijgen in vers 19 tips om de gevolgen zoveel mogelijk te ontzien De dag daarna: de zwaarste hagelbui, waarbij onophoudelijk de bliksem flitste, die ooit in Egypte was gevallen, zolang het volk bestond (24).
Schrijven over deze plagen, het valt me zwaar. Zijn er nog elementen van hoop en bemoediging? Anderzijds, de farao erkent eindelijk dat hij verkeerd handelde, dat de schuld tegenover Gods volk bij hem en zijn volk ligt (27), er zit beweging in! Maar nadat alles voorbij was bleek hij weer onverzettelijk en weigerde hij hardnekkig de Israëlieten te laten gaan.
Is er nog hoop? Het vlas en de gerst zijn kapotgeslagen, maar de tarwe en de spelt worden niet vernield, die rijpen later (31, 32). Teken van hoop voor de toekomst? Of moet er nog wat groeien en bloeien, opdat er nog wat geplaagd moet worden? Toch weer die twijfel. Is er dan echt geen woord van bemoediging?
God redt niet alleen de Israëlieten, ook laat Hij zo ‘iedereen op aarde’ weten ‘wie Ik ben’ (16). En wie is Hij? Hij is degene die de mens zal bevrijden onder het juk van de slavernij vandaan. De angst en vrees voor het coronavirus voelt bedrukkend, onderdrukkend. Maar God is bereid de mens te bevrijden.
Tot morgen! Cor Baljeu
Donderdag 26 maart- Exodus 9, 1 – 12
Vorige week berichtte de NOS op haar website dat de afgelopen drie jaar één op de 32 megastallen voor kippen en varkens in vlammen is opgegaan, bij gewone stallen is dat één op de 323. Er is sprake van een megastal zodra er meer dan 120.000 kippen of meer dan 7.500 varkens worden gehouden. De afgelopen vier jaar kwamen ruim drie keer zoveel kippen, varkens en runderen om als de vier jaar daarvoor. In de afgelopen 12 jaar zijn er 1, 9 miljoen dieren slachtoffer geworden van deze branden. En de dieren zitten zo hutjemutje op elkaar dat er vorig jaar 150.000 dieren zijn opgekomen door verstikking in een stal. Zomaar wat cijfers van een onafhankelijke omroep. Het is de pest van ons systeem. Agrariërs worden gedwongen mega uit te breiden, want anders geen financiering.
Zelf word ik moe van de 10 plagen en de parallel met de coronatijd waarin we nu zitten, maar ik kan er niet omheen. Gelukkig passeren wij vandaag de helft van de 10 plagen: de vijfde en de zesde, veepest en etterende puisten op mens en dier.
Iets van geestelijke moeheid moet ook de farao ervaren. Verhardt farao zijn hart zelf bij de eerste vijf plagen. Vanaf de zesde plaag neemt God het stokje over: ‘maar de Heere verhardde het hart van de farao’ (12, Herziene Statenvertaling).
Farao werd in vrijheid geboren, maar zal uiteindelijk zijn eigen slaaf worden. Mozes werd geboren in een volk dat tot slaaf was gemaakt, maar hij leidde het volk naar de vrijheid.
Wij leven plotseling in een tijd dat onze vrijheid ingeperkt is door het coronavirus. Wanneer zijn we weer vrij? We gaan door een dal van angst en vrees, maar de eerste zegeningen horen we ook! Zelf onder de rook van Schiphol geboren, belde ik mijn daar wonende jongste zus. Zij vertelde te genieten van de rust; ‘…slechts een enkele vliegtuig horen wij, heerlijk!’
Qua grootte is Nederland nummer 133 op een lijst van 235 landen. Een land dat in absolute getallen tweede landbouwexporteur is van de wereld. Dit kan alleen als wij onze grond uitputten, deze op termijn onvruchtbaar maken en dieren tot verstikkends toe laten lijden. Trots wijkt voor schaamte.
Tot morgen! Cor Baljeu
Woensdag 25 maart- Exodus 8, 12 – 28
Vandaag twee plagen met insecten in de hoofdrol: muggen en steekvliegen. Plagen waarbij de natuur zich keert tegen de Egyptenaren, die zich tegen de Israëlieten hadden gekeerd. Vandaag een vorm van satirische humor. Hier gebeurt iets wat we ook zien bij de toren van Babel: de mensen bouwen een toren ‘die tot in de hemel reikt’ (Genesis 11, 1 – 9). En wat doet God? Terwijl de mens denkt via die toren God te bereiken, daalt God af om te kijken waar de mens het toch zo druk mee heeft.
Een dergelijke satire zien we vandaag bij de muggen, een satire die sterker imponeert als het Hebreeuwse woord hakkinam niet als muggen vertaald wordt, maar als luizen, zoals de Engelse Bijbel doet. Konden de Egyptische magiërs de plagen van het bloed en de kikkers in en buiten de Nijl nog nadoen, de luizenplaag is de eerste waarbij ze dat niet kunnen. En zodra dat niet mogelijk blijkt, ja, ‘…dan moet hier wel een god de hand in hebben!’ (15).
Wat magie (lees: techniek) niet kan reproduceren moet wel goddelijk ingrijpen zijn. Zo worden religie en wetenschap elkaars tegenover. Hoe meer we wetenschappelijk kunnen begrijpen, des te minder behoefte wij hebben aan geloof. Zo wordt geloof marginaal en blijft er een god van de gaten over. Zodra we iets niet kunnen verklaren is er sprake van een god, een wetenschappelijk gat. God als gatenvuller, de goddelijke Alabastine.
Maar geloof je pas als er een wonder gebeurt? Is dat niet geloven langs magische weg? Geloven we pas als God bij lijden ingrijpt? Hoe begrijpelijk dat verlangen, maar dan reduceren wij God tot illusionist, een concullega van Hans Klok.
Nee, de belangrijkste manier om God te ontmoeten is niet het wonder, maar Zijn woord. Daarin vinden wij woorden die troosten en bemoedigen. Woorden die doortrekken in ons leven: een onverwacht telefoontje, een vraag: ‘hoe is het ermee? Kan ik iets voor je doen?’
De Egyptische magiërs – en hun hedendaagse vaak megalomane opvolgers – krijgen een lesje vandaag: zij dachten dat zij beslisten over het lot van de mensen omdat ze de natuurkrachten beheersten, maar ze zaten ernaast. God drijft de spot met hen door zijn aanwezigheid te onthullen in het kleinste van de schepselen: de luis.
Laat u vandaag troosten en bemoedigen en luis-ter naar een actuele aanpassing van Lied 1003. Stil in de straat. Overal… op www.mijnkerk.nl
Tot morgen! Cor Baljeu
Dinsdag 24 maart- Exodus 7, 26 – 8, 11
‘Het lijkt wel een kruiwagen vol kikkers!’ zeiden we onderling tijdens lerarenvergaderingen als wij spraken over een klas met een hoog ADHD-gehalte (die letters lees ik als: Aan Doenlijk, maar Hartstikke Druk). Drukke leerlingen, die het erg gezellig hebben, maar die gezelligheid vertraagt de lesstof enorm. Die leerlingen zijn nauwelijks binnen het lokaal, de kruiwagen, te houden!
De Nijl was in de Mozes’ tijd een paradijs voor kikkers. Een normaal, zelfs een gezond verschijnsel. Voor de Egyptenaren was de kikker het symbool van vruchtbaarheid. Heket was in de Egyptische mythologie de godin met een kikkerkop. Zij hielp bij de toentertijd riskante zwangerschap en geboorte.
Maar nu zijn er veel teveel kikkers; zij springen de Nijl uit en verschijnen in het paleis, ‘…tot in uw slaapkamer en uw bed toe…’ (7, 27). Ze springen zelfs op u… (7, 29). En toen de plaag voorbij was stierven de kikkers, ze werden bijeengeraapt en op hopen gegooid, het hele land stonk ervan… (8, 9 en 10).
Gisteren wees ik op de plotseling schone lucht boven China, als gunstig gevolg van de ‘lockdown’. Deze werd de bevolking van Wuhan opgelegd om de coronabesmetting te bestrijden. Zou dat het gunstige gevolg zijn van het beangstigende coronavirus? Worden we ons nu bewust van het feit dat de sporen van onze levensstijl, de bijeengeraapte hopen kikkers zijn, waardoor het land, onze wereld, stinkt?
Stinkende fabrieken, stinkende megastallen, stinkende plastic soep. Zullen we het milieu nu eindelijk begrijpen? Nu we de gunstige gevolgen ervaren van de sinds gisteren afgekondigde bijna-lockdown? Of leven we straks – net als na de financiële crisis van 2008 – op dezelfde manier verder, en leren we pas na meerdere plagen? Zijn wij net als de farao? Hij leefde weer verder op de oude voet, nadat hij merkte dat het onheil geweken was (8, 11).
Toch is er een lichtpuntje: bij deze tweede plaag zegt de farao voor de eerste keer tegen Mozes en Aäron: ‘…bid tot de Heer dat hij en mijn volk verlost van die kikkers!’ Farao dient een verzoek in! Begin van bewustwording, dat hij het niet alleen voor het zeggen heeft? Worden wij ons dat ten aanzien van onze levensstijl ook bewust?
Tot morgen! Cor Baljeu
Maandag 23 maart- Exodus 6, 26 – 7, 13
Toen hij bij de brandende bramenstruik zijn opdracht kreeg liet Mozes vijfmaal weerstand horen: ‘laat een ander toch uw volk bevrijden, ik stotter!’ Na de vijfde keer lijkt God boos te zijn: ‘wie heeft de mens een mond gegeven? Wie anders dan ik, de Heer? Ga nu, ik zal bij je zijn als je moet spreken en je de woorden in de mond leggen!’ (4, 10 – 12).
Hij ontmoet Aäron. Samen gaan ze naar de farao: ‘Laat mijn volk gaan!’ (5, 1).
Mozes’ weerzin heeft gelijk: de farao luistert niet. Sterker nog, het werk wordt voor het slavenvolk zwaarder als gevolg van dit verzoek.
Nogmaals horen we Mozes klagen: ‘…ik kom zo moeilijk uit mijn woorden, de farao zal niet naar mij luisteren’ (6, 30). Het zal voorlopig zijn laatste ego-diskwalificatie zijn. Hij hoort: ‘…jij zal als een god zijn, en je broer als een profeet!’ (7, 1). En dan die vreemde zin: ‘Ik zal ervoor zorgen dat de farao hardnekkig weigert…’ (7, 3), ‘Ik zal het hart van de farao verharden…’ vertaalt de Herziene Statenvertaling. En dan volgen de tien plagen.
Als eerste verandert het water van de Nijl in bloed. De economie van farao’s Egypte krijgt een forse klap, want de Nijl was en is de economische levensslagader van Egypte.
Ook rondom de plaag van het coronavirus horen we hoe de wereldeconomie lijdt: verliescijfers en dalende beurskoersen. De berichten hierover verdwijnen richting het weerbericht, altijd het laatste nieuws, volksgezondheid blijkt toch belangrijker.
Maar dat verharden van het hart… herkennen wij dat? Zijn het de winstcijfers van de wereldeconomie die onze ogen doen glinsteren, maar ons hart verharden? Dat we ten koste van de Schepping alles eruit halen wat erin zit? Ondertussen schudt de bodem van Groningen, verwarmt de aarde en slinken de wouden, die ook de longen van de Schepping worden genoemd. Over dit laatste zei bioloog Rob Wallace in de Groene Amsterdammer deze week: ‘als oerbossen en millennia oude ecosystemen moeten wijken voor geïndustrialiseerde landbouw en handel in wilde dieren exponentieel toeneemt, zullen de ziekteverwekkers die door de ecologie van het woud onder controle werden gehouden vrijkomen en de hele wereld bedreigen.’ Is er nog bemoedigend nieuws?
In hetzelfde artikel las ik dat de stikstofwolken boven China zijn verdwenen.
De lucht klaart op!
Tot morgen! Cor Baljeu
Zaterdag 21 maart- Prediker 8, 10 – 17
Gisteren stond om 4.50 uur de zon loodrecht boven de evenaar: de lente is begonnen! Hoe anders voelt dat nu. We leven in verwarring, vol vrees, horen de noodgeluiden uit de ziekenhuizen van Brabant. De koning sprak ons gisteren in vlak geuite woorden toe. Vlak, alsof ons onder de oppervlakte veel onheil te wachten staat. Als we de cijfers moeten geloven zijn er inmiddels meer mensen in Italië overleden dan in het land waar de gevolgen van het coronavirus als eerste de kop opstak, China. Wat staat ons te wachten? We zoeken naar antwoorden, maar kunnen deze niet vinden.
Vanaf afgelopen woensdag is ook Prediker aan het zoeken, hij zoekt en lijkt te vinden, althans als we oppervlakkig naar het laatste vers 17 luisteren. We lezen driemaal het woord ‘vinden’. God doet wat hij doet, en de zin daarvan vindt de mens niet. Ook als hij tobt en zoekt, maar vindt de mens de zin niet. Zelfs de wijze medemens, degene die wij zoveel inzicht toedichten, vindt de zin niet van Gods handelen. Het mysterie van het leven te doorgronden lukt de mens niet, onbegonnen werk.
Wat moeten we dan, als de Bijbel ons vandaag geen troost biedt? Daarom prijst Prediker de vreugde, want er is onder de zon niets beters dan dat de mens zich aan eten en drinken zich te goed doet en geniet (15).
Maar Prediker: hoe kunnen wij genieten als we anderhalve meter van elkaar moeten blijven? Als de schappen van de supermarkten leeg zijn?
We zijn op onszelf teruggeworpen, we moeten het genieten in onszelf vinden. In deze situatie weten we onszelf afhankelijk van God. Dit is de kans om ons te laten vullen door Zijn Geest, in plaats van door onze agenda, dan kunnen we er spiritueel rijk uitkomen. Dan kunnen we misschien zeggen: ja, inderdaad, de lente is echt begonnen! We hebben leren leven met een mysterie!
Vandaag nemen we voorlopig afscheid van Prediker, over een maand komt hij terug.
Morgen staat in de digitale dienst van ds. Ale Pietersma Exodus 7, 14 – 25 centraal. Dat is volgens het Bijbelleesrooster de tekst van maandag. Daarom zal ik maandag een meditatie schrijven over Exodus 6, 26 – 7, 13, de tekst van zondag. Morgen ga ik met een kaarsje bij mijn tablet luisteren en kijken naar de dienst in de Open Kring. Morgen rustdag.
Tot maandag! Cor Baljeu
Vrijdag 20 maart- Prediker 8, 1 – 9
Terwijl ik mediteerde over de tekst van vandaag klonk het geluidje van een pushbericht op mijn iPhone. Ik herkende het geluid van de NOS app. Na de meditatie las ik: ‘koning spreekt land vanavond toe over Coronacrisis, 19.00 uur, NPO 1. Tijdens de meditatie las ik: ‘Volg de bevelen van de koning op…’ (2a). Mooie samenloop.
Prediker raadt aan je niet aan het gezag van de koning te onttrekken, daarmee voorkom je problemen, suggereert hij, want wanneer de koning iets beveelt gebeurt het ook. Zijn woord is wet. (4)
Ondanks de mooie samenloop. Dit is niet het beeld van de koning zoals wij die kennen. Sinds de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw staan gezagsdragers in een kwaad daglicht. De strenge leraar is een begripvolle coach en begeleider geworden. Bij brutaal gedrag moet hij vooral begrip en geduld tonen, boos-zijn is uit den boze.
Maar crisistijd heeft autoriteit, natuurlijk gezag en strengheid wel nodig! Mogelijk dat dit de dieperliggende reden is waarom de aimabele, integere en goede bestuurder Bruno Bruins als minister is gestopt. Er wordt gezagsvolle leiding gevraagd! Hebben de protestanten Mark Rutte en Hugo de Jonge daar meer notie van? Heeft bij hen het bewustzijn van een hogere macht als onderdeel van hun opvoeding, gevoel voor gezag een internalisering ondergaan, waardoor zij dit ook uitstralen? Een aardige vraag om eens te bespreken na deze crisistijd. Niet nu, tenslotte ga je het schip niet dweilen wanneer het zich middenin een storm begeeft: het is dan ‘alle hens aan dek!’
Een wijs mens doet alles op de juiste tijd, want hij weet: voor alles wat gebeurt is er een juiste tijd. Dat is een zware last voor ieder mens, want niemand weet wat komen zal en hoe het later wordt (5, 6 en 7). Ondanks dat het boek Prediker 23 à 24 eeuwen oud is, lijkt hij actueler dan ooit.
Wij hopen en bidden dat het kabinet de juiste beslissingen op het juiste moment neemt, dat we na afloop kunnen zeggen: ‘jullie hebben het goed gedaan!’
Daarom: vergeet niet de vrouwen en mannen van dit kabinet mee te nemen in uw gebeden!
En…luister naar de koning vanavond.
Tot morgen! Cor Baljeu
Donderdag 19 maart- Prediker 7, 15 – 29
In 1984 kwam het boek ‘Als ’t kwaad goede mensen treft’ uit van dr. Harold Kushner, toen rabbijn in Natick, Massachusetts. Waarom worden onschuldigen door het kwaad getroffen? Een bittere en nauwelijks te beantwoorden vraag, toen hij kreeg te horen dat zijn zoontje aan een ernstige ziekte leed, waaraan deze kort na zijn twaalfde verjaardag overleed. Rechtvaardigheid wordt niet altijd met rechtvaardigheid beantwoord lijkt Prediker vandaag te zeggen. En mensen die onrechtvaardig handelen en veelal lijden aan en leiden door grootspraak leiden een lang leven.
Daar waar het boek Spreuken, ook toegeschreven aan Salomo, het als een vanzelfsprekendheid beschouwt dat ‘wie goed doet, goed ontmoet’, is Prediker daar lang niet zeker over. Waarom zou een mens zich dan uitsloven om het goede te doen? Prediker worstelt met deze vragen. Hij komt met tegenvragen en overwegingen, nauwelijks antwoorden.
Een diepe gedachte van hem is vandaag de vraag of je rechtvaardigheid terug mag verwachten, als je zelf rechtvaardig handelt. Als dat je uitgangspunt en verwachting is, dan is dat onrechtvaardig denken, want als je rechtvaardigheid verwacht, omdat jij rechtvaardig handelt, is dat voorwaardelijk, en dat is per definitie onrechtvaardig. Je kunt je met recht afvragen of voorwaardelijkheid past bij woorden als rechtvaardigheid en liefde: is het dat dan wel als je vanuit terugbetalende verwachtingen rechtvaardig bent?
Dus rechtvaardigheid verwachten, omdat jij rechtvaardig handelt is onrechtvaardig, zo begrijp ik Prediker in vers 15.
Zijn boodschap lijkt: handel rechtvaardig, maar zet niet alles op alles om die rechtvaardigheid te bereiken. God overvraagt ons niet, Hij verwacht slechts dat we bewust leven, dat we een goed evenwicht zoeken, doe wat je kunt en overdrijf niet. Het ademt de sfeer van een van de nuchterste teksten uit het eerste aloude Testament, Micha 6, 8: ‘Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.’
Tot morgen! Cor Baljeu
Woensdag 18 maart- Prediker 7, 1 – 14
Prediker eindigt vandaag vrijwel hetzelfde als gisteren: ‘Wie kan de mens vertellen wat na hem komen zal onder de zon?’ (6, 12c). Vandaag: ‘Geen mens kan in de toekomst zien.’ (14c). De dagblad Trouw columnist Stevo Akkerman citeert vandaag in deze krant psychiater Damiaan Denys: ‘wij leven in een cultuur die in een kramp schiet als iets buiten onze controle valt’. Dat is het thema waar Prediker in dit hoofdstuk op wijst. Een mens lijkt heel wat te kunnen – en Psalm 8 geeft dat ook aan: bijna tot een god gemaakt – maar we moeten ons er goed van bewust zijn dat God alles heeft geschapen. Een mens moet zijn plaats kennen: hij kan geluk of ongeluk niet onder controle brengen.
Namens de Oosterkerk mocht ik vandaag voorgaan tijdens de dankdienst voor het leven van een gemeentelid. We zaten niet in een kerkzaal, noch in een aula, maar met ouderling, uitvaartleider, de beheerder van de begraafplaats, kinderen, schoon- en kleinkinderen zat ik met twaalf mensen op tuinstoelen in de buitenlucht.
Psalm 23 vormde de basis van deze dankdienst. Deze Psalm begint en eindigt met de Godsnaam, de heilige vier Hebreeuwse letters: jot-hé-waw-hé. De vier letters die samen Zijn Naam vormen, staan aan het begin en het einde van deze Psalm. Zijn Naam staat aan het einde en het begin van het leven. Zijn Naam omarmt het leven. Dat is ook de inhoud van Zijn Naam: Ik ben, Ik ben bij je, en Ik zal altijd bij je blijven, vertrouw daar nou maar op. Dit godsvertrouwen geeft rust, belangrijk op momenten dat er iets buiten onze controle valt. Met dit godsvertrouwen kunnen we het advies van Prediker opvolgen: ‘heb een lange adem en beheers je rusteloosheid (9a), want ‘geen mens kan in de toekomst zien’.
Tot morgen! Cor Baljeu
Dinsdag 17 maart- Prediker 6, 1 – 12
Na mijn vroege dienst eind jaren tachtig, begin jaren negentig fietsten we zomers wel eens vanuit Alkmaar naar Bergen aan Zee. Eerst onder de N9 (Alkmaar – Den Helder) door, langsde brede sloten en de rietvelden op weg naar Bergen. Sonja een van de jongste twee dochters in het fietsstoeltje voorop. Badhanddoeken, zwemkleding, zonnebrandolie en afgekoelde pastasalade in de fietstassen achterop, karnedrank mee (zo noemden wij karnemelk met een vleugje roosvicee). Ik had een dochter in het fietsstoeltje voorop en de oudste dochter achterop. Onze zoon, de oudste, op zijn eigen fiets.
In Bergen aangekomen draaiden we de Eeuwigelaan op, veel ‘Quotebewoners’ en inspiratiebron voor cabaretier Youp van ’t Hek. Het is een laan met gebogen bomen, die de snelheid van auto’s vanzelf doet afnemen. Tegenover elkaar lijken ze een ereboog te vormen. Iedere keer weer keken we onze ogen uit naar de prachtige kolossale enigszins weggescholen villa’s, haast paleizen. Maar het raakte me dat deze huizen beschermd werden door hoge hekken met messcherpe punten en toen nog niet gebruikelijke bewakingscamera’s.
De aanblik van deze hekken, de levensgevaarlijk scherpe punten en de camera’s deden mij afvragen: ‘genieten jullie er wel van? Ben je geen gevangene van eigen rijkdom? Lig je niet vast aan een gouden ketting?’
Deze herinnering kwam bij me op toen ik dit hoofdstuk van Prediker las: ‘God geeft iemand rijkdom, bezittingen en aanzien, maar Hij staat niet toe dat hij ervan geniet. Leegte is het, ellendig en triest.’ (2). Zijn dorst naar rijkdom zal nooit gelest worden. Al het gezwoeg dient dat de mens de buik vult, maar zijn verlangens blijven onvervuld.’ (7), want de honger van de ziel is oncontroleerbaar, maar daar vindt wel verzadiging plaats. De vraag is echter of de ziel zijn bevliegingen de baas is (9), of hij kan zwijgen (11)? Zo niet?Dan vermeerdert dat de leegte.
Leegte, zo willen wij de ouderen onder ons niet thuislaten. Er verschijnen diverse creatieve ideeën in de media om dat tegen te gaan, collega’s wisselen onderling veel uit. Het broeit.
Tot morgen! Cor Baljeu
Maandag 16 maart- Prediker 5: 9 – 19
In deze coronacrisistijd iedere dag een korte meditatie aan de hand van het Bijbelleesrooster. Dit rooster is in het Oudtestamentische Bijbelboek Prediker beland. Prediker ademt een sfeer van nuchterheid en bezit een groot relativeringsvermogen. Een vermogen dat we in deze tijd hard nodig hebben. Hoe symbolisch dat we met ingang van vandaag niet harder mogen rijden dan 100 kilometer per uur. Er is met ingang van vandaag hard op de rem getrapt. Op zich kan dat geen kwaad, het lijkt soms dat ons hele leven richting een burn-out wordt gedirigeerd, maar de reden waarom er op de rem wordt getrapt is beklemmend en beangstigend.
Om besmetting met de coronavirus te voorkomen moet sociaal contact letterlijk op afstand gehouden worden. Ons wordt geadviseerd fysiek afstand te houden, onszelf zo nodig thuis te isoleren, dan wel in quarantaine te gaan. Het druist zo in tegen onze natuur.
Maar afstand en afzondering zijn wel voorwaarden om te kunnen bezinnen. En tijdens die bezinning realiseren we ons hoe rijk wij zijn. Echter, en hier komt de relativeringskracht van Prediker naar boven, ‘…één tegenslag vaagt al die rijkdom weg.’ (13). Is corona die tegenslag? Prediker relativeert verder: ‘Naakt is zo iemand uit de moederschoot gekomen, even naakt keert hij terug.’ (14). Wat is dan de oogst van al jouw zwoegen? Prediker raadt daarom aan te genieten.En wanneer je dat kunt ‘…is dat een geschenk van God. Dan piekert de mens tenminste niet zoveel over het luttel aantal dagen van zijn leven, maar gaat hij van ganser harte op in de vreugde die God hem heeft toebedeeld.’ (18c en 19).
Een meditatie met genieten als een bijna adviserende boodschap, het is de boodschap van de tekst van vandaag. Het lijkt uitgesloten in deze tijd, maar vergeet uw (geestelijke) rijkdom niet. Moeilijk misschien, maar ga de nabije toekomst tegemoet met een koel hoofd en een warm hart.
Ja, het leven is tot stilstand gekomen, als stilte voor de storm? We wachten de komende twee tot drie weken met spanning af, en wie weet nog langer. Maar laat in de komende weken, mogelijk maanden, het refrein blijvend klinken dat we afgelopen zondag 15 maart tijdens de de gebeden in de Open Kring zongen: ‘Houd mij in leven, wees Gij mijn redding steeds weer zoeken mijn ogen naar U.’ (NLB 25b).
Tot morgen! Cor Baljeu
Meer nieuws
17 november 2024 Kunst en Kerkdienst in de Open Kring
Op zondag 17 november is er in de Open Kring een ‘Kunst en Kerkdienst’ waaraan gemeenteleden een bijdrage kunnen leveren met een door hen aangedragen kunstwerk.
De tekst die centraal staat is Mattheus 13: 24-30 en 36-43, het prachtige en intrigeerde verhaal dat Jezus verteld over de zaaier die goed zaad zaait in de aarde, maar dan komt er een vijand die het kwaad uitstrooit in de aarde…
Een verhaal dat de verbeelding wakker roept.
Elke bijdrage aan de dienst is welkom
6 oktober Lekker eigenwijze kinderdienst!
Zondag 6 oktober staat de kinderdienst met als thema ‘Lekker eigenwijs!’ op het programma. Daarmee sluiten we aan bij het thema van de Kinderboekenweek.
Kom lekker als jezelf of verkleed…je bent welkom op de manier zoals je er die ochtend wilt zijn…
We denken dat de kerkdienst rond 9.30 uur begint…of wat later…lekker eigenwijs!
Welkom!
Foto’s 22 september Startzondag Stinskerk en Open Kring
Om 9.30 uur start de kerkdienst, waarin ds Gerlof van Rheenen, ds Cor Baljeu en kerkelijk werker Jeroen Knol voorgaan.
Tijdens de dienst komen tieners en kinderen volop aan bod en is er voor hen echte actie. Er is ook oppasdienst deze morgen. Kortom: reden genoeg om er bij te zijn. Welkom iedereen!
Na de dienst …